schrijfvormen

Op Wikipedia vind je een overzicht van alle mogelijke Dichtvormem

Voor de teksten in mijn dagboeken en/of de oefeningen in mijn workshops hanteer ik ook schrijf- en dichtvormen uit andere bronnen (een enkele keer ben ik zelf die bron). De dichtvormen staan alfabetisch gerangschikt, mét bronvermelding. Bij sommige kan je doorklikken naar bron, schema of voorbeeld.

In een alfabetgedicht schrijf je alle letters van het alfabet aan de linkerzijde van een pagina. Je vult deze eerste letters aan met losse trefwoorden of korte zinnen die te maken hebben met het onderwerp of het thema waarover je wilt schrijven.
Bron: Shodo

Een beeldhaiku® is een intuïtieve tekening uit één ononderbroken lijn, waarmee je uitdrukt wat je voelt of bedoelt. Je begint met een krabbeltekening zonder je potlood of pen van het papier te halenKijk vervolgens in alle rust naar je beeldhaiku en kijk of je er een gezicht in ziet. Zet daar dan ogen en een mond in, zodat de tekening je aanspreekt, je aan kan kijken. Zo heb je je eigen beeldhaiku getekend. Deze kun je inkleuren, waardoor het nog meer zeggingskracht krijgt.
Bron: Anky Floris
voorbeeld

Een boomgedicht is een kort gedichtje dat bestaat uit 8 regels en 14 woorden. Alles mag in deze dichtvorm: herhalingen, rijmen, losse woorden of een doorlopende zin.  De enige beperking die deze dichtvorm heeft is het beperkte aantal woorden per regel: 1 / 2 / 3 / 3 / 2 / 1 / 1 / 1
Bron: ©Moolelo
voorbeeld

Bij een cirkelgedicht maak je een cirkel (of een ovaal) waarin je intuïtief een tekening of een beeldhaiku maakt. Na het maken van je tekening schrijf je het eerste wat er bij je opkomt op de buitenrand van de cirkel. Begin op een willekeurige plek en schrijf de cirkel (ovaal) rond. Als je klaar bent geef je je tekening een titel
Bron: ©Moolelo
voorbeeld

Een copla is een Spaanse dichtvorm.
De copla is het gedicht van het volk en is vaak “ondeugend” van aard. Feitelijk bezit de copla geen vaste vorm, maar het merendeel heeft 4 regels van elk 8 lettergrepen.
Bron

#e.d.i.t.
De e.d.i.t. (of tientje) is een gedicht van 10 regels, beginnend met een zin van één woord en eindigend met een zin van 10 woorden. Iedere zin staat op een nieuwe regel. Deze dichtvorm is eind 2006 bedacht door columnist Jessica van der Burg.
Noot: In tegenstelling tot de sneeuwbal vormen de woorden in een e.d.i.t. telkens een zin.
Bron
Voorbeeld

Een elfje (soms: elf) is een eenvoudige, compacte dichtvorm; bestaat uit elf woorden.
Bron
Schema

In een nieuwsbrief (dd. 11/2/18) van collega Jolanda Ouddijk las ik: van de dichtvorm ‘het elfje’ bestaan er diverse variaties: een geurelfje, een kleurelfje, een kettingelfje, een spiegelelfje of een sprookjeselfje.

Ik creëerde voor vivapo het begrip elfjes-pingpong©. Hiervoor zijn er minstens twee deelnemers nodig. Een deelnemer schrijft een elfje en de volgende deelnemer pikt op dit elfje in met een elfje dat er op één of andere manier op aansluit: omdat in beide elfjes hetzelfde woord voorkomt, of omdat de elfjes over hetzelfde onderwerp gaan. Zo ontstaat een stroom aan elfjes die alle kanten op gaat.
Bron: ©vivapo
Voorbeeld

Fib
De schrijfvorm Fib bestaat uit zes regels waarbij de regels gekoppeld zijn aan de eerste zes cijfers van de Fibonaccireeks.
De eerste regel bestaat uit 1 lettergreep,
de tweede regel bestaat ook uit 1 lettergreep,
de derde regel bestaat uit 2 lettergrepen
de vierde regel bestaat uit 3 lettergrepen
de vijfde regel bestaat uit 5 lettergrepen
de zesde regel bestaat uit 8 lettergrepen.
Bron: Hetty Clarisse

Een haibun is een haiku (gedicht van drie regels met doorgaans 5-7-5 lettergrepen), verweven in een tekst.
Voorbeeld

Haiku (俳句; meervoud: haiku of haiku’s) is een vorm van Japanse dichtkunst, geschreven in drie regels waarvan de eerste regel 5, de tweede regel 7 en de derde regel weer 5 lettergrepen telt.
De haiku drukt, in de klassieke vorm, een ogenblikervaring uit, soms gelinkt aan en geïnspireerd door zen. De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin weinig ruimte is voor ontledingen en benaderende omschrijvingen.
Bron

Inzoemer

Inzoemer is een schrijfvorm – gecreëerd tijdens de voorbereiding van de cursus Mijmeren met boomoliën – om een inzichtkaart te lezen; voor deze schrijfvorm liet ik mij inspireren door het kort pantoum.
Bron: ©vivapo – Mijmeren met boomoliën

Japanse dichtvormen (in het kort):

  • haiku: natuur | drie regels | 5-7-5
  • senryu: grappig tweelingzusje van haiku
  • haibun: poëzie (haiku) en proza vermengd
  • tanka: vijf regels | 5-7-5-7-7 | persoonlijker en lyrischer dan haiku
  • kyoka: grappig tweelingbroertje van tanka
  • kabun: poëzie (tanka) en proza vermengd
  • haiga: haiku of tanka met afbeelding

Bron: Doldriest

Een kabun (soms een schaduwspoor genoemd) is een tanka (bestaande uit vijf regels met doorgaans 5-7-5-7-7 lettergrepen), verweven met of ingebed in (poëtisch) proza.
Een kabun werd ook wel schaduwspoor genoemd.
voorbeeld

Voor een kopdicht maak je gebruik van krantenkoppen.

Bij kruiswoord-schrijven werk je rond een thema. Binnen een kader (op geruit papier) plaats je één woord vertikaal of horizontaal. Vertrek van dit woord om nieuwe woorden te maken zoals in een kruiswoordspel en vul dit verder aan met zoveel mogelijk woorden die verwijzen naar het thema. Blijf àlle vrije ruimte benutten, en ga pas dan de overgebleven witte ruimte opvullen met voorzetsels of uitroepen om nadien alle vrije ruitjes op te vullen met zwarte stift.
Bron: ©vivapo
voorbeeld

De kyoka krijgt bekendheid in de achttiende eeuw en is de aardse, ook ironische, speelse, humoristische of bedrukte tegenvoeter van de tanka. De kyoka gaat over wat ons, mensen, zoal bezighoudt of ons overkomt; over wat we zien gebeuren of menen dat er plaatsvindt. De vormkenmerken van de kyoka zijn dezelfde als die van de tanka.
Bron

#Limerick
Een limerick is een dichtvorm van 5 regels.
In regel 1 komt (meestal) een persoon of dier voor en een plaatsnaam.
Voorts heeft een limerick vaak een wat dubbelzinnige inhoud, of kan zelfs zeer grof zijn.
De laatste regel is een soort pointe of uitsmijter, de clou.
Rijmschema: a a b b a
Regels 1, 2 en 5 rijmen met elkaar (rijm a) – facultatief: telkens negen lettergrepen
Regels 3 en 4
zijn korter en hebben een ander rijm (rijm b) – facultatief: telkens vijf lettergrepen

Bij open zinnen – ook wel aanvulzinnen genoemd – noteer je een open zin en schrijf je er direct – zonder nadenken – achter wat het allereerste in je opkomt. Neem een sprint en laat je verrassen door wat er uit je pen vloeit.
Bron: Shodo

#Pantoem
Een pantoem telt zestien regels waarvan
regel 5 = regel 2
regel 7 = regel 4
regel 9 = regel 6
regel 11 = regel 8
regel 13 = regel 10
regel 15 = regel 12
regel 16 = regel 1

#Pantoum uit Maleisië
Een gedicht dat uit kwatrijnen bestaat: vier regels met vaak ‘ABAB’ als rijmschema.
Rijm is echter niet noodzakelijk, het gebruik van vrij korte zinnen (soms maar 8 tot 10 lettergrepen) is wel belangrijk.
Het mengen van regels uit het eerste deel met regels uit het voorlaatste deel heeft in de slotparagraaf vaak een mooi verrassingseffect.
regel 1 / regel 2 / regel 3 / regel 4

regel 2 / regel 5 / regel 4 / regel 6
regel 5 / regel 7 / regel 6 / regel 8
regel 7 / regel 1 / regel 8 / regel 3
Bron: Het creatieve dagboek van Sarah Timmermans

#KortPantoum – Pantoum zestien regels
Een kort pantoum telt ook 16 regels, waarbij een aantal regels worden herhaald. Deze korte versie van het pantoum dat uit Frankrijk afkomstig is,  (zie volgende rubriek) is m.i. uiterst geschikt om een afbeelding, collage, tekening of schilderij (verder ‘beeld’ genoemd) te ‘lezen’ en biedt een verrassing wanneer je regel 1 pas invult na regel 16.

Regel 1: is gelijk aan regel 16 = TITEL
Regel 2: ik zie …
Regel 3: centraal staat …
Regel 4: wat valt er op?
Regel 5: is gelijk aan regel 2
Regel 6: welke indruk, welk gevoel roept dit beeld op?
Regel 7: is gelijk aan regel 4
Regel 8: wat ontbreekt, klopt niet of is in tegenspraak?
Regel 9: is gelijk aan regel 6
Regel 10: een vraag die opkomt bij dit beeld …
Regel 11: is gelijk aan regel 8
Regel 12: wat raakt er mij?
Regel 13: wat raakt mij nog meer?
Regel 14: is gelijk aan regel 10
Regel 15: is gelijk aan regel 2
Regel 16: TITEL

Lang pantoum – Pantoum twintig regels
Een pantoum is een uit Frankrijk afkomstige versvorm van 20 regels, waarbij een aantal van de regels wordt herhaald. Met dit schema kun je in korte tijd zelf een gedicht schrijven, waarbij de essentie van het moment of dat wat er werkelijk in je omgaat, voor je ogen verschijnt. Vaak werkt het verrassend verhelderend, omdat onbewuste gevoelens en gedachten aan de oppervlakte komen. Prachtige volzinnen hoef je dus niet te produceren en talent voor rijmen is ook niet nodig.
Waar het om gaat is dat je het eerste schrijft wat in je opkomt, zonder jezelf te corrigeren, zonder censuur. Dit gaat het makkelijkst als een ander jou het schema voorleest, zodat je zo spontaan mogelijk kunt reageren. Maar in je eentje kan het ook. Voor de pantoum kies je een kernwoord, het thema van je gedicht, iets wat je op dat moment bezighoudt.
Bron + Schema (lang)

pingpong poëzie© met vrienden of met jouw team
op basis van het door vivapo gecreëerde elfjes pingpong©
Bron: vivapo

Een raadgedicht is een gedicht waarin één woord ontbreekt. Dit woord is afgedekt en alleen de dichter kent het woord. Misschien kun jij het raden? Deelname is gratis. Inschrijven is niet nodig.
Bron

Renga of Renku, een Japanse dichtvorm, bestaat al meer dan 800 jaar. Zijn voornaamste kenmerken zijn:

  1. De verzen: afwisselend een lang drieregelig en een kort tweeregelig vers
  2. Elk van die verzen is op de ene of andere manier verbonden met het voorafgaande vers maar niet met dat daarvoor
  3. De verzen worden om de beurt geschreven door twee, drie of meer „spelers”. De meest gebruikelijke aantallen verzen zijn 2,12, 20, 36 & 100.

Bron
Voorbeeld

Een rondeel is een dichtvorm met acht regels waarin regel 1 en 2 in hun geheel als volgt worden herhaald: regel 4=regel 1, regel 7=regel 2 en regel 8=regel 1
Bron: Shodo
Een rondeel is een rijmend gedicht van 8 regels waarin versregels 1, 4 en 7 hetzelfde zijn, net als versregels 2 en 8.
Bron: Poëzie verrijkt het leven
In zijn eenvoudigste vorm omvat het rondeel 8 regels waarvan de eerste twee aan het eind weer herhaald worden. De eerste regel wordt bovendien ook als vierde regel herhaald. In het gedicht worden maar twee rijmklanken gebruikt, die dus door de eerste twee regels bepaald worden. Het schema wordt dan:
r1-A / r2-B / —-A / r1-A / —-A / —-B / r1-A / r2-B
Bron: Kunst en Cultuur – Info-Nu

Een rondgedicht bestaat uit zestien woorden verdeeld over zeven regels.
Bron
Schema
Voorbeeld

Senryu (川柳) is een vorm van Japanse dichtkunst over de onvolkomenheid van de mensen, geschreven in drie regels van 5, 7 en 5 lettergrepen. Daarmee heeft het dezelfde vorm als de haiku, die echter eerder de volkomenheid van de wereld beschrijft.
Bron

Een sinterklaasgedicht (zonder hoofdletter!) is een rijmend gedicht dat dient als begeleidend schrijven bij een sinterklaascadeau. Wie voor Sinterklaas gedichten gaat schrijven, zal moeten rijmen. Het vrije vers is niet geschikt als sinterklaasgedicht. Eindrijm is de belangrijkste vormvereiste. Het meest eenvoudige rijmschema (aabbccddee etc.) is het meest geschikt voor een sinterklaasgedicht.
Bron: Poëzie verrijkt het leven

#Sneeuwbal
De sneeuwbal bestaat uit tien regels.
Elke regel heeft een beperkt aantal woorden.
De eerste regel heeft 1 woord, de tweede 2, de derde 3 … de tiende heeft 10 woorden.
De regels kunnen samen een zin vormen of herhalingen bevatten
Noot: In tegenstelling tot een e.d.i.t. of een tientje vormen de woorden in een sneeuwbal niet noodzakelijk één zin per regel.
Bron: Shodo

Een spiegelelfje wordt gevormd door twee elfjes volgens deze structuur:
1, 2, 3, 4, 1 woord + 1, 4, 3, 2, 1 woord
Schema

Een sprinter schrijven kent veel synoniemen, zoals flow-schrijven, ochtendpagina’s, morning pages, ononderbroken schrijven, kilometer-schrijven…

Stapelgedichten zijn korte gedichten die worden gemaakt door boeken op elkaar te stapelen. De titels op de ruggen vormen, van boven naar beneden gelezen, het gedicht.
Bron

Een stiftgedicht is een gedicht dat niet ontstaat door te schrijven maar door te schrappen. Men “schrijft” een stiftgedicht door met een merkstift in een bestaande gedrukte tekst, meestal krantenartikels of een bladzijde uit een oud boek, woorden of delen van woorden te schrappen tot wat overblijft een gedicht vormt, dat niets meer met de oorspronkelijke tekst te maken hoeft te hebben.
Bron
voorbeeld

De tanka is een lyrisch gedicht, bestaande uit vijf regels met doorgaans 5-7-5-7-7 lettergrepen, zonder bedoeld rijm of vastgestelde maat. De bakermat van de tanka ligt in de Japanse cultuur van de vijfde eeuw. In de tanka raakt een natuurimpressie aan een diep gevoel of valt er op een natuurlijke wijze mee samen. De tanka verwoordt hoe een natuurindruk en een eigen beleving elkaar vinden; met elkaar een gedicht vormen.
Waar gesproken wordt over tanka wordt meestal tanka én kyoka bedoeld.
Bron
Een andere bron vermeldt: Tanka is het verzamelbegrip voor: tanka, kyoka, sedoka.
Voorbeeld

Een tautogram is een tekst of gedicht waarbij ieder woord met dezelfde letter begint.
Meestal zijn tautogrammen grappig bedoeld en niet al te serieus van aard.
Bron
Voorbeeld

#Tientje
Een tientje heeft 10 regels waarbij je de woorden telt.
Begin met één woord op de eerste regel en laat het aantal woorden steeds met een woord toenemen.
Stop als je er tien hebt bereikt.
Noot: in tegenstelling tot de sneeuwbal vormen de woorden in een tientje telkens een zin.
Bron: Hetty Clarisse in KlaarHeden
Voorbeeld

Een villanelle telt negentien regels waarvan
regel 1=regel 6, 12 en 18
regel 3=regel 9 en 15
Bron: Shodo
Voorbeeld

In een woordgedicht – of acrostichon – worden de letters van een (sleutel)woord verticaal aan de linkerzijde van de pagina gezet, zodat iedere letter op een nieuwe regel staat. Vul deze eerste letters aan met losse trefwoorden of korte zinnen die te maken hebben met de betekenis van/of associaties op dit woord.
Bron: Shodo
Voorbeeld

Woordzon
Noteer een gekozen woord in het midden van een leeg stuk papier. Teken rondom het woord korte streepjes als stralen van de zon. Schrijf aan de uiteinden van de streepjes associaties die te maken hebben met het woord in het midden, dus waar het je aan doet denken, in trefwoorden. Zet er zo nodig meer streepjes bij. Ga door tot er geen associaties meer komen.
Bron: Hetty Clarisse

Zandloper
Voor een zandloper tel je woorden.
Een zandloper heet zandloper omdat hij een vorm heeft die erop lijkt.
Er zijn zeven regels die achtereenvolgens 4, 3, 2, 1, 2, 3, 4 woorden hebben.
Bron: Hetty Clarisse

Zevenaar
Een zevenaar – hoeft niet te rijmen – is een dichtvorm van 7 regels met het volgende schema:
1
2
3
4
5
6 = 2
7 = 3
Bron: Hetty Clarisse

Een ZKV-kabun is een kabun van hooguit 200 woorden dat een zeer-kort-verhaal-kabun wordt genoemd. Het zkv begint een interessant nieuwe literaire vorm te worden.
Bron

Viviane Van Pottelberghe
laatst bijgewerkt: 16 september 2020